Moeder natuur geeft onze grondstof

De Hevea Brasiliënsis

Natuur rubber latex komt van de Braziliaanse rubberboom (Hevea Brasiliensis).
De boom groeit tot 30 meter hoog en is rijk vertakt met meestal een slanke kruin. In droge tijden kan de boom de bladeren verliezen.
De circa 15 cm lange bladeren zijn van boven grasgroen en van onderen door een waslaagje blauwgroen gekleurd.
De groenachtige bloemen staan in eindelingse pluimen.
De driehoekige tot 5 cm grote doosvruchten hebben 1 tot 3,5 cm grootte zaden per hok. De vruchten springen met een knal open, waarbij de zaden tot wel 15 meter kunnen worden weggeslingerd.

De bast is glad, lichtgrijs en geeft bij inkeping wit melksap, de latex.
De latex-houdende melksap wordt gewonnen door de bast half spiraalsgewijs van links naar rechts aan te snijden (onder een hoek van 25 tot 30°).
Aan het einde van inkeping komt een gootje met daaronder een opvangbakje.
Elke tapronde duurt 1 à 2 dagen en verloopt druppelsgewijs. Het sap bevat voor 33% latex.
Een tapper verzameld in 1 dag de latex voor 1 matras.
Voor een nieuwe tap ronde wordt een nieuwe insnijding boven of onder de oude insnijding gemaakt.
Na het tappen duurt het 7 tot 8 jaar voordat de bast volledig hersteld is en opnieuw getapt kan worden.
De rubberboom geeft in 1 jaar voldoende latex voor de productie van 1 natuurlatex matras